Diagnostische dilemma's bij medische microbiologie

Praktische tips: Lyme, SOA en urineweginfecties

Afgelopen najaar was Diagnostiek voor U aanwezig met een presentatie op de Varia-sandwichdagen van de KOH. Onze stafarts en een arts-microbioloog van Labmicta namen diagnostische dilemma’s bij medische microbiologie onder de loep. In de presentatie behandelden zij drie onderwerpen: Lyme, SOA en urineweginfecties.

Collega’s uit de zaal gaven aan dat het een leerzame presentatie was. Ze kunnen aan de slag met de praktische tips die ze kregen. De drie belangrijkste leerpunten per onderwerp delen we graag met huisartsen, praktijkondersteuners en assistenten.

1. Lyme

Drie leerpunten

1. Wat betekent welke test?
De diagnostiek van Lyme gaat in 2 stappen. Deze past u alleen toe bij specifieke klachten.

  • Stap 1: screenende test (EIA/ELISA) van anti-Borrelia IgM en IgG: sensitief maar soms aspecifiek.
  • Stap 2: alle positieve uitslagen worden geconfirmeerd met immunoblot (blot): hieruit volgt in het laboratorium een bandenpatroon welke heel specifiek is voor Borrelia.

2. Voor effect van de behandeling is het niet zinvol opnieuw te testen.
Anti-Borrelia IgG is vaak jarenlang aantoonbaar, dit is een serologisch litteken. Serologie is niet geschikt voor het vervolgen van lymepatiënten na antibiotische behandeling.

3. Erythema migrans: De anti-Borrelia IgM en IgG ontstaan gemiddeld pas na 6 tot 8 weken.
Erythema migrans is een klinische diagnose. Hierbij is geen diagnostiek naar antistoffen van Borrelia nodig, maar dit kan worden behandeld op basis van anamnese en kliniek.

2. SOA

Drie leerpunten

1. Maak gebruik van de SOA beslisboom. Deze is praktisch voor de anamnese en wat waar getest moet worden.

2. Houd de volgende behandeladviezen aan:

  • Is de basisscreening op risicoprofiel negatief? Wacht dan tot de verstoringen in de flora spontaan kunnen herstellen.
  • Zijn er aanhoudende klachten (langer dan 4 weken)? Test dan op Mycoplasma genitalium.

3. Bij positief SOA resultaat geven we het volgende advies voor behandeling (zie ook Het soa-consult | NHG-Richtlijnen):

M. genitalium positief

  • Behandeling bij mannen met klachten
    R/ azitromycine (off-label) oral 250 mg No. 6
    S/ eerste dag: 1 d 500 mg, dag 2-5: 1 d 250 mg

Chlamydia trachomatis positief

  • Vrouw (niet zwanger):
    Onafhankelijk of de cliënt wel of niet anaal contact heeft gehad
    Behandeling
    R/doxycycline 100 mg No. 14
    S/ 2.1t
  • Man: bij anaal contact
    Behandeling
    R/doxycycline 100 mg No. 14
    S/ 2.1t
  • Man: geen anaal contact
    Behandeling
    R/ azitromycine 500 mg No. 2
    S/ 1.2t

3. Urineweginfecties

Drie leerpunten

1. Belang van het invullen van de klinische gegevens bij de aanvraag.

2. Indien een bacterie gevoelig wordt getest voor penicilline, dan geldt dat ook voor alle overige B-lactams (bijvoorbeeld amoxicilline).
Als een antibioticum niet getest is, dan kan de gevonden bacterie hiervoor intrinsiek ongevoelig zijn. Kijk hier voor meer achtergrondinformatie (tabel 4.2.2.).

3. Wanneer Pseudomonas spp. in de urinekweek wordt gevonden, dan is een hoge dosering ciprofloxacine (2dd750mg) geïndiceerd.