HbA1c is niet specifiek als POCT opgenomen in de NHG standaard Diabetes Mellitus. Hoewel de door Diagnostiek voor U gekozen HbA1c-apparatuur voldoet aan alle strenge eisen, blijkt er wel eens verschil te zijn tussen de laboratoriumbepaling en de POCT-bepaling. U ontvangt dan ook per lotnummer reagentia een gegevensblad met informatie die er voor zorgt dat de waarden van de POCT-meting gecorrigeerd kunnen worden om identiek te zijn aan die van het laboratorium.

NHG standaard:

HbA1c-streefwaarde ≤ 53 mmol/mol

  • alle patiënten < 70 jaar
  • patiënten ≥ 70 jaar mits alleen behandeld met leefstijladvisering of metformine-monotherapie (onafhankelijk van ziekteduur)

HbA1c-streefwaarde 54-58 mmol/mol

  • Patiënten ≥ 70 jaar met een ziekteduur < 10 jaar vanaf behandelstap 2 (tabel 5).
  • Overweeg bij patiënten ≥ 70 jaar bij wie de HbA1c -waarde op metformine-monotherapie oploopt tot > 53 mmol/mol, direct een sulfonylureumderivaat (stap 2) toe te voegen.
  • Wacht daarmee niet tot het HbA1c de bovengrens van de nieuwe streefwaarde heeft bereikt.
  • Bespreek deze afweging met de patiënt en betrek daarbij de eerdergenoemde factoren. Het direct toevoegen van een sulfonylureumderivaat bij het oplopen van het HbA1c > 53 mmol/mol is eerder van toepassing naarmate de patiënt vitaler is en gemotiveerd.

HbA1c-streefwaarde 54-64 mmol/mol

  • Patiënten ≥ 70 jaar met een ziekteduur ≥ 10 jaar vanaf behandelstap 2 (tabel 5).
  • Overweeg bij patiënten ≥ 70 jaar bij wie de HbA1c-waarde op metformine-monotherapie oploopt tot > 53 mmol/mol, direct een sulfonylureumderivaat (stap 2) toe te voegen.
  • Wacht daarmee niet tot het HbA1c de bovengrens van de nieuwe streefwaarde heeft bereikt.
  • Bespreek deze afweging met de patiënt en betrek daarbij de eerdergenoemde factoren. Het direct toevoegen van een sulfonylureumderivaat bij het oplopen van het HbA1c > 53 mmol/mol is eerder van toepassing naarmate de patiënt vitaler is en gemotiveerd.