Medische microbiologie: Diagnostiek bij diarree

Afgelopen november was Diagnostiek voor U met een stand en sprekers aanwezig op het KOH-Congres ‘Varia’. Onze klinisch chemicus Margo Molhoek en arts-microbioloog bij Labmicta, Annelies Riezebos-Brilman besteedden aandacht aan acute- en chronische diarree. Ze gaven uitleg hoe je achter de oorzaak kunt komen en wat de vervolgacties kunnen zijn. Graag delen we deze kennis met

Diagnostiek bij acute diarree

Bij de diagnostiek van acute diarree lag de focus op het nut van diagnostiek.

Acute infectieuze diarree komt jaarlijks bij zo’n 4,5 miljoen personen voor en resulteert in zo’n 220.000 consulten bij de huisarts in Nederland. De verwekkers die kunnen worden aangetoond verschillen in voorkomen per leeftijdscategorie. Daarbij valt op dat het aandeel virale verwekkers beduidend hoger ligt bij jonge patiënten (onder de leeftijd van 5 jaar). Boven de leeftijd van 5 jaar wordt Campylobacter het meeste aangetoond.

Diagnostiek kan worden overwogen:

  • Bij zieke patiënten met aanhoudende of hoge koorts, frequente waterdunne diarree of bloed bij de ontlasting zodat bij een eventuele opname of behandeling met antibiotica de verwekker bekend is.
  • Bij immuun-gecompromitteerde patiënten, omdat hiervoor laagdrempeliger een behandelindicatie bestaat.
  • Bij patiënten met verhoogd besmettingsgevaar voor anderen (NB meldingsplicht).
  • Eventueel bij persisterende klachten (>10 dg).

Antibiotische behandeling

Meestal is antibiotische behandeling niet nodig bij acute infectieuze diarree. De nieuwe SWAB-richtlijn vatte dit samen in een flowchart voor empirische therapie acute infectieuze diarree: Acute infectieuze diarree - Algemene informatie | SWAB. Antibiotische therapie wordt geadviseerd bij bacteriële infecties met aanhoudende koorts, dysenterie of immuunsuppressie bij reizigers en ‘community-acquired’ acute gastro-enteritis. Bij deze patiëntencategorieën kan het dan ook meerwaarde hebben om microbiologische diagnostiek in te zetten. Voor gerichte behandeladviezen wordt verwezen naar: Nationale AntibioticaBoekje van de SWAB | SwabID

Ter illustratie bespraken we tijdens het KOH-congres twee casussen waarbij de uitkomst van diagnostiek van invloed was op het antibiotisch beleid. In de eerste casus was sprake van een infectie met Clostridium difficile, een beruchte verwekker van diarree na gebruik van antibiotica, waarvoor in veel gevallen gerichte therapie geïndiceerd is. Als tweede een shigatoxine producerende E. coli (STEC) waarbij juist moet worden afgezien van antibiotische behandeling vanwege het verhoogde risico op hemolytisch uremisch syndroom (HUS).

Meldingsplicht

Afsluitend gingen we kort in op de meldingsplicht (Groep B2) die bestaat voor buiktyfus, paratyfus, STEC/EHEC, Shigellose en voedselinfectie bij 2 of meer patiënten. (Meldingsplichtige ziekten | LCI richtlijnen (rivm.nl))